Een kommagetal vermenigvuldigen met 10, 100, 1 000, 10 000, 5, 50, 25, 2 en 4

Op het einde van deze les kunnen de leerlingen:

  • kommagetallen (tot d) vermenigvuldigen met 10, 100, 1 000 en 10 000;
  • kommagetallen (tot d) vermenigvuldigen met 5, 50 en 25;
  • een doelmatige oplossingsmethode kiezen op basis van inzicht in de eigenschappen van de bewerkingen en de structuur van de getallen.

Blok 2, Les 9